Mensen met boulimia nervosa hebben last van terugkerende episodes van eetbuien. Het gaat hierbij over het eten van een hoeveelheid voedsel die groter is dan wat de meeste mensen binnen dezelfde tijd en omstandigheden zouden eten. Er is daarnaast sprake van compensatiegedrag om gewichtstoename te voorkomen. Ongeveer 1% van de Belgen boven 18 jaar lijdt ooit aan boulimia nervosa.
(Voor meer cijfermateriaal verwijzen we je door naar Eetexpert.be)
Kenmerken van boulimia nervosa
Mensen met boulimia nervosa kunnen last hebben van:
▪ veel bezig zijn met hun gewicht en lichaamsvorm
▪ bang zijn voor gewichtstoename
▪ voedsel verstoppen of verzamelen, om het later in het geheim op te eten
▪ het gevoel dat ze hun eetgedrag niet onder controle hebben
▪ blijven dooreten, tot of voorbij het punt dat ze zich ongemakkelijk voelen of pijn krijgen
▪ eetbuien: veel meer eten dan tijdens een gewone maaltijd
▪ braken of overmatig bewegen, om gewichtstoename te proberen voorkomen
▪ misbruik maken van laxeermiddelen of klysma’s, om gewichtstoename te proberen voorkomen
▪ voedingssupplementen gebruiken waarvan beweerd wordt dat ze gewichtsverlies stimuleren
Gevolgen van boulimia nervosa
Boulimia nervosa is een ziekte met vaak heftige emotionele, sociale en lichamelijke gevolgen. Deze verschillen van persoon tot persoon in voorkomen en intensiteit, mede afhankelijk van hoe lang de ziekte aanwezig is en hoe ernstig deze is.
We sommen een aantal mogelijke gevolgen op die vaak voorkomen bij boulimia nervosa.
Emotionele gevolgen
▪ vervlakte of juist heel intense emoties
▪ moeite hebben om dingen te onthouden en last hebben van concentratieproblemen
▪ depressieve en angstgevoelens
▪ de dagelijkse routine en humeur worden bepaald door gedachten over eten, gewicht en uiterlijk
▪ een verminderd of aangetast gevoel van zelfwaardering
▪ gedachten over het lichaam die steeds meer afwijken van de realiteit
Sociale gevolgen
▪ steeds vaker conflicten hebben met familie en vrienden, die hun bezorgdheid uiten
▪ het lastig vinden om samen te zijn met anderen, en daardoor sociaal geïsoleerd raken
▪ nog weinig belangstelling hebben voor wat ooit belangrijk was (vb. hobby’s, opleiding, vrienden, …)
▪ problemen ervaren op school of op het werk wegens ziekte of verminderd functioneren
▪ minder zin in of behoefte aan intimiteit of seks
Lichamelijke gevolgen
▪ uitdroging door het veelvuldig braken of laxeren, wat kan leiden tot ernstige medische problemen (vb. nierfalen, hartfalen)
▪ hartproblemen (vb. onregelmatige hartslag, te snelle hartslag, hartstilstand)
▪ tandbederf en tandvleesaandoeningen door het veelvuldig braken
▪ ontregelde of het uitblijven van de menstruatie
▪ spijsverteringsproblemen
▪ darmproblemen, afhankelijk worden van laxeermiddelen om stoelgang te maken
Bovenstaande kenmerken en gevolgen hoeven niet allemaal voor te komen bij iemand met boulimia nervosa. Dit verschilt van persoon tot persoon en hoeft niet steeds iets te zeggen over de ernst van de eetstoornis. Herken je bij jezelf of bij je naaste een aantal van deze kenmerken of gevolgen, dan kan je ons steeds contacteren.
Meer weten? Download hier de brochure ‘Boulimia nervosa beter begrijpen‘.
Oorzaken
Wat zijn mogelijke oorzaken van eetstoornissen?
En wat is de invloed van sociale media, pesterijen, genetica of andere factoren op het ontstaan van eetstoornissen?
Het eenvoudige antwoord is dat eetstoornissen geen simpele oorzaken hebben. Het gaat altijd om een multifactoriële bepaaldheid, of met andere woorden: het gaat altijd om een samenspel van verschillende factoren. Hieronder vertellen we meer over wat die factoren kunnen zijn.
Voor elke persoon zal de combinatie er een beetje anders uitzien. Misschien weegt de biologische factor bij de ene meer door, en zijn het bij een ander juist de omgevingsfactoren of psychologische factoren die harder doorwegen.
Biologie en genen
Onderzoek wijst uit dat er mogelijke biologische en genetische factoren zijn die het risico verhogen. Zo weten we dat anorexia vaker voorkomt wanneer iemand in de (dichte) familie met gelijkaardige moeilijkheden heeft geworsteld, vb. een moeder, tante of broer. Ook wordt verondersteld dat er een onderliggende, genetische kwetsbaarheid kan bestaan voor het ontwikkelen van psychische problemen in het algemeen. Dat betekent dat in families vaker verschillende vormen van psychische problemen voorkomen, dus niet enkel eetstoornissen.
Omgevingsfactoren
Psychologen en antropologen veronderstellen dat leven in een cultuur waar veel nadruk ligt op slankheid en schoonheid ook je risico verhoogt. Blootgesteld worden aan beelden van slanke mensen kan triggerend zijn en het zelfvertrouwen van mensen ondermijnen, maar deze impact is vooral groot bij mensen die al onzeker en zelfkritisch zijn. Daarnaast horen we vaak hoe mensen erg aan zichzelf beginnen te twijfelen na het horen van kwetsende opmerkingen, het meemaken van pesterijen of het meemaken van traumatische ervaringen (verwaarlozing, mishandeling of misbruik). Deze kwetsuren kunnen iemand heel onzeker maken. Het kan een proces op gang brengen waarbij je probeert om minder op te vallen of om meer te gaan lijken op wat als ‘ideaal’ gezien wordt.
Persoonlijkheidsfactoren
Het kan zijn dat je tijdens het opgroeien bepaalde persoonlijkheidstrekken hebt ontwikkeld, zoals eerder angstig of perfectionistisch zijn. Die trekken maken je ook kwetsbaarder voor het ontwikkelen van een eetstoornis. Wanneer je jezelf identificeert als een vrouw, dan is de kans groter dat je een eetstoornis ontwikkelt dan wanneer je jezelf identificeert als een man. Toch kunnen ook mannen eetstoornissen ontwikkelen. Bij anorexia en boulimia zien we een verhouding van 9 vrouwen tegenover 1 man; bij de eetbuistoornis is de verhouding 6 vrouwen tegenover 4 mannen.
Psychologische factoren
Bij personen met een eetstoornis staat de overtuiging op de voorgrond dat het nodig is om controle te houden over gewicht, lichaamsvorm en voeding. Zij zijn vaak erg streng voor zichzelf, op een zelf-destructieve manier. Dit noemen we ook wel ‘zelfkritisch perfectionisme’. Je kan dan bijvoorbeeld zo kwaad worden op jezelf omdat je niet aan de eisen voldoet, dat je jezelf volledig de grond inboort of niets meer waard vindt. Vanuit die minderwaardigheid hebben mensen soms het gevoel dat ze geen recht hebben op ontspanning of leuke vrienden, of zelfs op iets essentieel als eten en slaap.
Mensen met een restrictieve vorm van eetstoornis ervaren vaker een eerder fixed (rigidere) en detail-gefocuste manier van denken. Dit maakt het soms moeilijk om verschillende opties naast elkaar te overwegen, omdat er al één vast idee is en daar wordt nog moeilijk van afgeweken. We noemen dit ook wel eens zwart-wit-denken: iets is goed, of iets is fout, maar er is nog weinig ruimte voor nuancering. Het komt vaak voor dat zij naast de eetstoornis nog andere moeilijkheden ervaren, zoals vb. stemmingsproblemen zoals depressie of angstklachten zoals sociale angst, faalangst of dwangstoornis.
Bij mensen met een vorm van eetstoornis met controleverlies (eetbuien, met al dan niet compensatiegedrag nadien) merken we eerder een zoeken naar aantrekkelijke prikkels of het aangetrokken worden door eten. Dit heet in de psychologie ‘behavioral activation system’ of simpelweg ’toenaderingsgedrag’. Daarnaast werkt de interne rem (‘effortful control’) minder sterk, waardoor je minder goed aan verleidingen kan weerstaan. Aan de ene kant merk je dus dat je ‘goesting in eten’ stevig op de gas kan gaan staan, terwijl je rem die je zou moeten tegenhouden eigenlijk minder goed werkt. Hierdoor ervaren mensen met een eetstoornis regelmatig ‘controleverlies’, wat op zich weer koren op de molen is voor het zelfkritisch perfectionisme.