In de media en binnen de organisaties die met eetstoornispatiënten werken, verschijnen steeds vaker berichten over de gemiddelde huisarts en zijn gebrek aan kennis bij psychische ziekten. Het advies luidt steevast ‘laat je doorverwijzen naar een specialist’. Met dit artikel wil ik graag een tegenreactie bieden en vertellen hoe het ook anders kan. Want tijdens mijn eetstoornis, die nu al 20 jaar duurt, heb ik meer aan mijn huisarts gehad dan aan menig specialist. Graag deel ik mijn ervaring.
Mijn relatie met mijn huisarts
10 jaar geleden kwam ik uit een opname van 6 maanden voor anorexia. Tijdens de nazorgfase in de kliniek werd benadrukt dat ik me regelmatig medisch moest laten opvolgen door een huisarts. Ik had op dat moment geen huisarts, ik studeerde op kot en ging officieel nog naar de arts in de stad waar mijn ouders woonden.
In realiteit ging ik voor de opname naar geen enkele arts, omdat ik veel te bang was om te moeten veranderen. Tot ik op een bepaald moment niet anders kon en meer dood dan levend in het ziekenhuis belandde. Dus ging ik op zoek naar een huisdokter in de wijk waar ik woonde. Ik trok naar het wijkgezondheidscentrum van mijn buurt, en trof daar een fantastische huisarts.
Wekelijks kwam ik bij haar en vertelde ik hoe het met me ging. Na een tijdje ging ik echter elders op kot en was er een ander wijkgezondheidscentrum aan mijn buurt gekoppeld. Ik miste het contact heel erg maar probeerde vol te houden, met haar motiverende woorden in mijn achterhoofd.
8 jaar geleden ging het mentaal een pak minder goed met me. Ik had nog geen medische klachten en mijn gewicht was nog gezond, maar ik wist zeer goed dat ik dat niet lang zou kunnen volhouden. Ik ging voor een nieuwe, korte, opname en kwam daar tot het besluit dat ik niet alleen van psychologe wilde veranderen, maar ook terug naar mijn oude (niet echt, ze scheelt niet veel in leeftijd met me) vertrouwde huisarts terug wilde. Ik begon aan een zoektocht via haar vorige werkplek, want intussen was ook zij naar een andere praktijk verhuisd, en was dolgelukkig toen ik haar terug vond. Sindsdien kom ik regelmatig bij haar. Afhankelijk van hoe het met mij gaat soms wekelijks of zelfs meer, en soms een keer om de 2-3 weken.
Wat doet zij?
Het belangrijkste wat mijn huisarts voor me doet is luisteren. Ze stelt me telkens de vraag hoe het met me gaat en ik merk aan al haar reacties dat het haar ook oprecht interesseert. Ook al is het soms duidelijk zichtbaar hoe het met me gaat, ik ben heel blij dat ze me toch de kans geeft om het onder woorden te brengen. Want zo heb ik ook het gevoel dat ze niet zoals velen kampt met het idee ” je gewicht is weer gezond, dus wat kom je hier nog doen?” Ze koppelt het ook terug als wat ze ziet niet overeenkomt met wat ik zeg.
Mijn huisarts wil ook weten waarover ze spreekt. Ze verdiept zich in mijn verhaal. Ik weet niet hoeveel achtergrond ze heeft over ‘eetstoornissen in het algemeen’ maar ze kent mij wel door en door. Tegelijkertijd respecteert ze mijn tempo en de dingen die ik kwijt wil. Ze weet bvb dat ik een heel moeilijke jeugd gehad heb maar ze weet er niet alle details van.
Ze geeft me de erkenning die ik soms zo nodig heb en is een trouwe supporter aan de zijlijn. Iemand die niet zal opgeven als ze ziet dat ik het niet meer kan. Zij spreekt uit dat ze trots op me is dat ik blijf vechten, ze is mee boos als ze hoort dat mensen me onrecht aandoen, ze stelt kritische vragen als ik weer aan mezelf begin te twijfelen, ze toont vaak haar medeleven.
Ze kijkt ook naar het totaalpakket. Ze wil niet alleen weten hoeveel ik eet, hoeveel ik weeg, wat mijn bloeddruk is of welke tekorten ik in mijn bloed heb. Ze wil ook weten hoe het op mijn werk gaat, hoe het lukt in mijn sociale contacten, of het me niet te veel wordt als ik een dansoptreden of een concert in het vooruitzicht heb. Ze kent me als ‘mens’, en niet enkel als lichaam.
Soms heeft ze ook al moeten ingrijpen. 3 jaar geleden ging het heel snel bergaf met me, ik probeerde wel te vechten maar het lukte me niet om de negatieve spiraal te doorbreken. Toen heeft ze zeer resoluut moeten beslissen om me door te verwijzen naar het UZ.
Wat ik ook belangrijk vind is dat ze alles bespreekbaar maakt. Op een bepaald moment zat ik zeer diep en bracht zij de vraag ten berde of ik misschien euthanasie overwoog op basis van ondraaglijk psychisch lijden. Dit bespreekbaar durven stellen vereist een hoop moed, en zeker als het over iemand gaat met wie je als arts een goed contact hebt en eigenlijk niet kwijt wil.
Het zijn ook de kleine blijken van interesse die voor mij een groot verschil maken. Een telefoontje op de avond voor ze in verlof vertrekt, om me eraan te herinneren dat ze wil dat ik blijf volhouden. Een kaartje toen ik verhuisd was uit een omgeving met een schadelijke invloed, omdat ze dat zo een dappere stap vond, … die kleine grootse dingen die maken dat ik me voor haar meer dan ‘gewoon een patiënt’ voel.
Wat doet zij niet?
Mijn huisdokter kon mijn dossier opvragen in de kliniek in Tienen, maar dat vond ze niet belangrijk. Ze wilde mijn verhaal horen, en liet mij bepalen wat ik vertelde en wat niet.
In het begin hielden we ons nog aan de oorspronkelijke afspraak om wekelijks te wegen, maar na een tijdje deden we dat ook niet meer. Ze vindt het belangrijk dat ik leer om met woorden te zeggen hoe het gaat. En eerlijk gezegd werkt die aanpak heel goed. Ik wilde mijn gewicht ook niet weten en ze heeft me nooit gedwongen. Die eerste weken liet ze me ook blind wegen omdat ik kon zeggen dat het moeilijker werd als ik geconfronteerd werd met het gezonde getal.
Ze zou ook nooit vertrekken vanuit wantrouwen. Voor mij was dit een enorme opluchting want ik kwam vanuit een kliniek waar ze er bijna standaard vanuit gingen dat alle anorecten sjoemelaars waren. Ik voelde me daar altijd door gekwetst omdat eerlijkheid een belangrijk onderdeel is van hoe ik mijn persoonlijkheid zie.
Ze denkt ook niet dat ze alles kan. Er zijn momenten geweest dat ze me heeft moeten doorverwijzen. Naar het ziekenhuis, naar de maag-darm-specialist (want ik heb een chronische darmziekte) , naar een psycholoog.
Mijn huisarts is ook heel slim en doorziet mij snel. Ze zal niet in mijn trucjes trappen. Als ik zeg dat alles goed gaat en ik straal iets anders uit, confronteert ze me daarmee. Of ze wacht tot ik meer uitleg geef (en vaak vanzelf begin te huilen). Als ik zeg dat ik ‘een beetje’ moe ben of stress heb of wat dan ook, zal ze het niet mee gaan minimaliseren want ze weet dat ik het pas zeg als dat beetje eigenlijk een te grote beet wordt. Maar wat voor mij het allerbelangrijkste is, is dat ze me niet veroordeelt. Ook als het slecht met me gaat, staat ze naast me om me aan te moedigen om het om te keren. Ze zal haar onmacht uitspreken maar ze zal nooit boos worden omdat het me niet lukt.
Op Facebook las ik onlangs de spreuk ‘Love me when I deserve it the least, because that’s when I need it the most’. En dat is exact wat zij voor me doet. Kijken naar wat ik nodig heb, en oprecht om me geven.
Marleen